HK200906 0057

KNLTB talentenprogramma padel krijgt vorm

Om vissen te vangen, moet je wel een vijver hebben. De KNLTB wil het liefst een hele grote vijver met talentvolle padelspelers creëren. Om zo door te selecteren naar een smalle padeltop. Een soort omgekeerde piramide dus. Na zijn column ‘Padel de plataan onder de loofbomen’ van januari gaat technisch directeur Jacco Eltingh in dit artikel uitgebreid in op talentontwikkeling, het meerjarenontwikkelplan (MOP) onder de 18 en het daaraan gekoppelde ABCD-plan per leeftijdscategorie.

Eerst maar even de gemakkelijke slag slaan. Padel groeit nog steeds ongekend hard. In populariteit, in deelname aan competities en ook in het aantal fte’s op het kantoor van de KNLTB. Dat vraagt van iedereen het nodige. Zowel in de breedte- en zeker ook in de topsport. “Wij willen een duidelijk en helder pad ontwikkelen voor de talentvolle jeugdpadeller. Die talentprofielen bepalen de in- en de doorstroom. Daar moeten we echt de tijd voor nemen. Wat we niet moeten doen, is onszelf voorbijlopen. Padel is nog steeds een sport in wording.”

Aanpassen en bijstellen

“Presteren is iets van de korte termijn. Talentontwikkeling draait om de lange termijn”, vervolgt Eltingh. “Dat begint met een solide basis, een vertrekpunt, een bouwplan en een kapstok. Door de enorme potentie van padel en door voortschrijdend inzicht is aanpassen en bijstellen regelmatig nodig. Het betekent ook dat soms het budget opgeschroefd wordt.”

“Met die update zijn we nu volop bezig. Dat visiedocument dient als basis voor onze jaarplannen, voor het MOP onder de 18 jaar en het ABCD-plan. We hebben vier leeftijdsgroepen vastgesteld. De eerste is de A-jeugd tussen de 11 en 14 jaar. Waarom die leeftijdscategorie? Simpelweg, omdat er nu nog geen jongere talentvolle padelspelers zijn en kinderen in deze leeftijd juist dan wat serieuzer zijn in hun keuze voor een sport.”

Selectiedagen

“In groep A starten we in mei met de selectiedagen, om vervolgens in september – wanneer het nieuwe schooljaar begint – centrale en/of decentrale trainingen aan te bieden. De bedoeling is dat die groep heel groot wordt, want op die manier kunnen we naar boven toe doorselecteren.”

“Met spelers uit de B-groep, dat is van 15 tot 18 jaar, wordt op dit moment al getraind. Daar zitten nu 23 spelers in. “Die basis staat. We breiden dat uit met het spelersvolgsysteem, met informatie over bijvoorbeeld voeding en we gaan met ze in gesprek. Met hun ouders of eventueel met hun privétrainer over trainingen en de balans tussen school en sport. Ook wordt decentraal getraind in Houten en Zoetermeer onder leiding van twee aparte coaches en een conditietrainer per locatie. Daarnaast organiseren we voor die spelers internationale FIP Promise toernooien en deelnames aan EK’s en WK’s”, voegt Jacco toe.

Zelf eindverantwoordelijk

Groep C is de groep in de leeftijdscategorie tussen 18 en 23 jaar. “Daar bieden we een maatwerkprogramma aan. Er zitten op dit moment 4 heren en 4 dames in die groep. Wat drijft hen, wat willen ze, wat gaan ze doen en wat kunnen wij als KNLTB bieden? Daar gaan we over in gesprek en dat moet leiden tot een helder en duidelijk pad. Het is niet van ‘ik wil het zo graag’ of ‘hij of zij doet er zoveel voor.’ Wel gaat het om op het opstellen van een POP plan inclusief wedstrijdprogramma.”
“Ik vind het een schoolvoorbeeld van het verder professionaliseren en structureren van ons talentenprogramma. Dat is ook onze rol als KNLTB. Beleidsmatig, regisserend en faciliterend. De padeller en de privétrainer blijven samen altijd eindverantwoordelijk.”

Wat extra's

“Tot slot de D-groep. Dat is de padeltop van Nederland, die uit 6 heren en nu nog 2 dames bestaat. Als die spelers een bepaalde positie innemen op de FIP-wereldranglijst, kunnen zij een extra financiële vergoeding krijgen, bijvoorbeeld om in het buitenland te trainen. Ook een talentvolle niet-selectiespeler kan in aanmerking komen voor zo’n vergoeding. Dat hoeft overigens niet altijd geld te zijn. Het kan ook een extra wekelijkse training zijn of het krijgen van het ambassadeurschap, wat dan weer inkomsten oplevert. Allemaal bedoeld om die financiële middelen weer te investeren in de eigen ontwikkeling als toppadeller. Daar moet je je dan wel aan committeren.”
“We kunnen nu nog geen fulltime padelprogramma aanbieden, maar daar werken we wel naar toe”, laat Jacco nog weten. “En ook hier halen we weer padelspelers en teams uit voor deelname aan EK’s, WK’s en The European Olympic Games.”

Versnellen

Eltingh schetst vervolgens nog het beeld hoe Nederland ervoor staat als padelland. “We maken volop gebruik van de kennis en expertise binnen de KNLTB organisatie.  Met name de techniek (IT) en de processen die goed functioneren bij tennis gebruiken we voor de versnelling van padel. Inhoudelijk benaderen we de sporten natuurlijk volledig op eigen leest. Voor padel voegen we ook specifieke Spaanse padelcontent en kennis toe. Hetzelfde geldt voor Smartabase, het spelervolgsysteem. Dat gebruiken we nu ook voor de jeugdselectie padel. De methoden van Tenniskids en TOF zijn wellicht ook goed door te vertalen naar padel, daar doen we op dit moment onderzoek naar. Dat is heel belangrijk voor het creëren van de vijver.”

Gewoon heel goed

En hoe zit het tot slot met de vergelijking met andere padellanden? “We doen het gewoon heel goed voor een jong padelland, tegelijkertijd is er nog heel veel te doen. Ieder land heeft zo zijn eigen uitdagingen en kansen. Wij hebben geen padelcultuur en -geschiedenis zoals Spanje. Daarin moeten wij een inhaalslag maken. Wat we wel hebben is een steeds beter gestructureerde topsportomgeving, passievolle talenten en coaches en de toegang tot kennis van padel en het talent. Alleen en dat blijf ik benadrukken: we zijn pas in juli 2020 echt gestart. Soms gaat het wel heel erg snel en soms wil je juist weer sneller. We moeten ons zelf niet voorbijlopen, maar de tijd nemen voor talentontwikkeling. Want nogmaals, dat is echt lange termijnwerk.”

Beleidsdocumenten

Benieuwd naar de beleidsdocumenten en het MOP? Kijk op deze pagina onder 'Downloads'.